Hoe wil het Aston Martin Cognizant Formula One-team vooraan op de startopstelling komen te staan? Data, die goeie ouwe data
James Whitemore
We verschillen enigszins van de meeste andere bedrijven omdat we op zich geen omzetdoelstelling hebben. Het draait allemaal om performance. Die performance, niet alleen in de auto, is terug te vinden in alles wat we doen binnen het bedrijf.— Bill Peters, CIO van het Aston Martin Cognizant Formula One-team
Iedereen die de enorm populaire Netflix-docuserie Drive to Survive heeft gezien, heeft een uniek kijkje gekregen in de paddock van de Formule 1 en de teams die om het kampioenschap strijden. Bill Miller, CIO van NetApp, is dan ook onlangs in gesprek gegaan met Bill Peters, CIO van het Aston Martin Cognizant Formula One-team (AMCF1). Peters heeft ons een beter inkijkje gegeven in de cruciale rol die data speelt in de F1. De samenwerking tussen het team en NetApp is erop gericht de performance op te schroeven, zodat het team het kampioenschap in de wacht kan slepen.
Weliswaar is 2021 het jaar van de langverwachte terugkeer van Aston Martin naar de F1, maar Bill Peters leidt zijn IT al meer dan twintig jaar ter ondersteuning van de F1 en motorsportteams, waaronder McLaren, Lotus, Caterham en BWT Racing Point. Over zijn functie bij AMCF1 zegt hij: “Dit is de kers op de taart voor mij; ik ben altijd al fan geweest van Aston Martin.”
Dat F1-teams veel data genereren, is nog zeer zwak uitgedrukt. Alleen al tijdens een raceweekend is er in wezen een virtuele pitmuur die zich uitstrekt van het circuit tot de fabriek. Ten eerste communiceren de monteurs voortdurend met de coureurs over de te voeren strategie, de omstandigheden en beslissingen op het circuit. Controletechnici en performancetechnici houden essentiële statistieken in de gaten over de auto en de prestaties van de auto en de coureurs, zodat de coureurs direct aanpassingen kunnen doorvoeren.
Dan zijn er nog strategisch technici die op basis van geavanceerde tools voorspellen wat er zal gebeuren en razendsnel beslissingen nemen als een auto crasht, de Safety Car uitrukt of een ongeplande pitstop wordt ingelast. Ten slotte analyseren bandenanalisten en technici op het gebied van aerodynamica en autoperformance realtime data die afkomstig is van de auto, zodat ze essentiële informatie met betrekking tot hun vakgebied kunnen terugkoppelen.
Volgens Bill is dat nog niet alles. “Er vinden ook gelijktijdige simulaties plaats in de fabriek. Hiervoor moeten subsets van de data vrijwel direct worden aangeleverd, zodat de fabrieksmedewerkers aldaar de data kunnen analyseren.”
Als het raceweekend eindigt, blijft de data stromen. Neem de aerodynamische prestaties bijvoorbeeld. Nieuwe concepten worden eerst onderzocht met behulp van ‘computational fluid dynamics’ (in feite een virtuele windtunnel). Als de resultaten positief zijn, worden er verkleinde prototypen gemaakt en door een echte windtunnel geleid. Als die fase er veelbelovend uitziet, bouwt het team componenten op ware grootte, die in de auto worden geplaatst. Vervolgens wordt meer data verzameld en worden de resultaten aan de windtunnel gecorreleerd.
Verder zijn er in de AMCF1-fabriek nog een simulatieafdeling voor dynamica om componenten te testen, installaties waarmee auto's worden geschud om de duurzaamheid te beproeven en een afdeling waar de structuur en banden worden geanalyseerd. Al deze afdelingen genereren enorme hoeveelheden data die moeten worden geanalyseerd, gecorreleerd en omgezet in beslissingen. “Hoe sneller en beter we hierin zijn dan onze concurrenten, hoe beter onze auto's de strijd aankunnen”, geeft Bill aan.
Het team heeft gekozen voor NetApp omdat een groot deel van de data momenteel niet is geïntegreerd, van het circuit tot de fabriek. Data wordt daar gegenereerd en gebruikt waar deze werkelijk nodig is, maar het team heeft moeite bij het correleren van die data.
Volgens Bill heeft de renstal zijn passie voor het datafabric-concept van NetApp® vertaald in een ‘racefabric’ die “echt past bij wat we willen bereiken: beschikken over de juiste storage en compute voor de juiste workloads en waar deze nodig zijn, en ze vervolgens optimaal ontsluiten.”
Volgens Peters gaat het niet alleen om de datapipeline en infrastructuur die NetApp zal realiseren. Vanuit het perspectief van edgecomputing is het verwerken van data bij de bron, in plaats van het terugleveren van data, een direct voordeel voor het team.
Kubernetes is nog een platform waar het team volgens hem gebruik van zal maken met de hulp van NetApp. Zo kan bijvoorbeeld de circuitomgeving tussen raceweekends worden hergebruikt voor zware GPU-workloads, zoals machine learning en analyses ten behoeve van datacrunching.
Bill Peters weet hoe hij het wereldkampioenschap moet winnen. Hij is van mening dat AMCF1, dankzij de medewerkers, passie en middelen van het team en een datastrategie van NetApp, de grote teams aankan en zelfs voorbij kan streven, zodat het team nog minstens één kampioenschap in de wacht zou kunnen slepen.
Bekijk de podcast van CIO Central voor het volledige interview met Bill Peters.
https://youtu.be/rmVIFKwkHeo
James Whitemore
James Whitemore is Chief Marketing Officer bij NetApp. Hij is verantwoordelijk voor het bevorderen van de wereldwijde marketingstrategie van het bedrijf en het versterken van de markterkenning om de groei te versnellen. Als veteraan in de cloudcomputing-, netwerk- en storagebranche heeft James meer dan 25 jaar ervaring met het leiden en implementeren van succesvolle wereldwijde verkoop-, productmanagement- en marketingstrategieën. James is een belangrijk onderdeel van het team sinds hij begin 2016 bij NetApp kwam werken via de overname van SolidFire. Hij is een centrale rol gaan spelen bij de ontwikkeling en uitvoering van onze marketingstrategie om NetApp te verplaatsen van storage naar data en de cloud. In zijn vorige functie als VP van Field & Demand Marketing van NetApp bouwde en leidde James een moderne demand-engine en gaf hij leiding aan Field and Partner Marketing, Demand Centers, Global Campaigns, Event Marketing, Digital Marketing, Social, Influence en Community Marketing. Als CMO bij SolidFire stond James aan het hoofd van de missie om het gebruik van de cloud wereldwijd te bevorderen en was hij verantwoordelijk voor de bedrijfsmarketing, de productmarketing de Field Marketing-afdeling. Voordat hij bij SolidFire aan de slag ging, heeft James sales- en marketingfuncties geleid in cloudgeoriënteerde start-ups waar hij verschillende sales- en marketingfuncties bekleedde in Europa, Azië en de VS, bij SAVVIS, Sun Microsystems, IBM, StorageTek en Standard Telephones and Cables. James heeft een bachelorgraad in bedrijfsadministratie en management van Northumbria University in het Verenigd Koninkrijk.
